HERFSTSONATE
Een zee van bladeren, ruisend aan mijn voeten zingt elke stap het woordeloos refrein van weemoed om wat nooit opnieuw zal zijn en om wie ik nu nooit meer zal ontmoeten.
Een enkele gedachte neemt een vlucht de hemel tegemoet, door hoop gedragen, maar dwarrelt weer omlaag, terneergeslagen uit de beloften van een blauwe lucht.
Maar toch, hoezeer heb ik het leven lief: Sonate met steeds wisselend motief die mij in elke toonsoort schoonheid biedt.
En nu de kleuren van een warm doorleven de zachte dagen van mijn herfst omgeven weerklinkt in het adagio mijn verdriet.
PUZZEL
Ik dacht nog zo: de puzzel is gelegd, Het beeld bepaald, de laatste rij gesloten. Donkere kleuren toonden onverschoten de lijn van wat gedaan was en gezegd.
Maar nu het werk met moeite was voltooid en ik slechts af en toe nog even keek naar dat wat eerst zo onoplosbaar leek heb jij de stukken weer dooreengegooid.
Je lacht me toe van alles weer oké, van alles nu vergeven en vergeten. Wat ik doorstaan heb, schijn je niet te weten. Verward en overrompeld speel ik mee.
En nu ben ik opnieuw een puzzelaar en zoek vermoeid de stukjes bij elkaar.
GEBROKEN LICHT
Wij leven in gebroken licht, op zwakke golven voortgedragen. Zo tinten kleuren onze dagen en schilderen ons vergezicht.
Soms rijst een roze dageraad, dán drijven grauwe luchten aan. Clair of obscur, het is ontstaan waar na de nacht de zon opgaat.
Het zuiverst licht verblindt ons oog, dat nooit de hemel kan bevatten. Het breekt in ons, maar toont zijn schatten in kleuren van de regenboog.
|