In Godsgeschenk maken we kennis met Dotty die er direct maar eens wat krachttermen uitgooit als: muts, dom wijf en verpleegteef. Vaak wordt dit gedaan om het karakter of de afkomst van een personage te schetsen, vaak is het ook een zwaktebod van de schrijver en maakt het het personage onnodig plat en irritant. Hier is dit niet het geval. Het gescheld blijft binnen de perken zodat Dotty’s taalgebruik niet storend is en het is mooi afgewisseld met de intieme, zorgende kant van haar zodat we al snel vertrouwt raken met het personage. Prima dus. Waar ik wat bezwaar tegen heb is de mate van toeval in het verhaal. Nadat we het personage kennen en weten dat ze het onderstel van haar kinderwagen erg mist is daar ineens, verrek: een onderstel. En dit geldt ook in wat minder expliciete mate voor de geschiedenis die hierna volgt. Het vertelperspectief wisselt naar dat van Thea, bij wie de eigenaresse van het onderstel komt klagen. En dan sluiten alle dingen in het verhaal naadloos op elkaar aan. Dat Thea Dotty al langer in de gaten had, dat ze weet dat Dotty steelt, dat Dotty op haar overleden dochter lijkt en dat Dotty ook nog eens met de kinderwagen weer in de winkel komt. Thea confronteert Dotty die direct bereid is haar fout in te zien. De eigenaresse van de kinderwagen is bereid tot vergeving en trekt haar klacht in. Ten slotte gaat iedereen gezellig samen kerst vieren. En zo klinkt het natuurlijk allemaal erg ironisch. In werkelijkheid is het verhaal beslist niet ongeloofwaardig, maar de personages zijn duidelijk in dienst van de schrijfster en op het einde komt het wat sociaal wenselijk over. Ieder personage schikt zich naar het plot. Het zou het verhaal misschien nog sterker maken als de personages wat meer hun eigen lot creëren. Als Dotty bijvoorbeeld vaak bewust bij de babywinkel rond zou hangen omdat ze erop uit is om een onderstel te bemachtigen. Dan is het niet zo toevallig dat ze ook daadwerkelijk een onderstel tegenkomt of dat ze door Thea opgemerkt wordt. De schrijfstijl vind ik over het algemeen wat sober en expliciet en laat weinig aan de verbeelding van de lezer over. Dat hoeft niet altijd per se slecht te zijn, maar het is wat minder literair en soms is het wat te uitleggerig. Bijvoorbeeld in de derde alinea. Zij gaat alles anders doen, dat heeft ze haar ventje beloofd… En even verder: “Balder, wij doen alles anders en beter.” Maar buiten bovenstaande kritiek vind ik Godsgeschenk een prettig leesbaar en soms ontroerend verhaal. Vooral de interactie tussen Dotty en Balder vond ik mooi intiem beschreven en ook het interne conflict van Thea komt goed naar voren als ze de politie wil bellen. Het verhaal vind ik meeslepend en ontroerde mij, ondanks dat ik onder het lezen soms mijn bedenkingen had, en dat kan alleen maar als het in de basis goed geschreven is.
December 2007, Gerard Klappers
|