Homepage  Poëziewedstrijd  Poëziewedstrijd 2009  Ignace Schretlen  Beoordeling Lindenbergh

Beoordeling Gedichten - Ignace Schretlen door Elma Lindenbergh

Dat we Ignace Schretlen hebben uitgekozen als winnaar van de poëzieronde van nov./dec. 2009, wil niet zeggen dat ik het eenvoudig vind een beoordeling te schrijven over zijn ingezonden werk.
Hoe langer ik het, door omstandigheden, liet liggen, hoe moeilijker het werd.
Waarom?
Misschien omdat aan zoveel mooie woorden en beelden eigenlijk niets meer toegevoegd hoeft te worden?

Het eerste gedicht (zonder titel) sprak mij gelijk al het meeste aan, maar is tegelijkertijd ook het meest raadselachtig.
Ik neem aan dat hier een vader tot zijn kind spreekt. Fijn dat er ook eens vaders zijn die over hun kind schrijven, zeker als dat met zoveel tederheid wordt gedaan als hier het geval is.
Maar wat wil de dichter vertellen?
Dat hij heel veel van zijn kind houdt is overduidelijk. Hij geeft dat in prachtige taal aan:
  ‘zo moet ook ooit jouw naam geboren zijn, als geritsel in
  een boom dat niet verstaan maar wel begrepen wordt’
Wat kan ik echter met ‘maar nu de avond valt
                   lost mijn verweerde huid van steen zich langzaam op’?
Wordt het kind groot en maakt het zich los van de vader?
Als moeder van twee (ruim volwassen) zonen, kan ik me daar wel iets bij voorstellen, het proces van ‘onbeheerd’ moeten laten en ‘vanuit de verte kijken’.
Maar wat er met ‘hoe ik jou stralen laat’ wordt bedoeld, is iets waar ik geen beeld bij heb.
Misschien hoeft dat ook niet. De dichter zegt halverwege het vers immers zelf:
  ‘taal reikt niet verder dan het voorwoord van het geen ik je
  te zeggen heb maar luister naar de rijkdom van haar klanken’
En dat dit gedicht uitblinkt in een rijkdom aan klanken en beelden is iets dat vaststaat.

Het tweede gedicht, Heyendaal, is een mooi ingehouden vers over de herinnering van een volwassene die terugkeert naar de plaats waar hij als kleine jongen de eeuwenoude eik op ‘grootvaders berg’ bezocht.
De kleine padvinder (‘haas, hert en wolf’) vindt geen groen woud meer.
Het woud is ‘versteend’(prachtige beeldspraak). Er is een huis gebouwd ‘dat troost aan zieken biedt’(n.l. het Radboud ziekenhuis, hetgeen ik op Google heb weten te achterhalen).
Verrassend is hoe eerst van buiten uit de ‘welpjestrui’ te strak zat en als afsluiting de oude eik van binnenuit knelde.
(Let even op de typfoutjes: in r.4 ‘ot pad’ en in r.6 ‘bede rug’.

Het derde gedicht, evenals het eerste zonder titel, verhaalt over de Eerste Wereldoorlog.
De Westhoek (aan de Belgische kust) vocht ‘lijf aan lijf’.
De waanzin van welke oorlog dan ook wordt beschreven met poëtische beelden die de harde werkelijkheid, terecht, niet verhullen. Integendeel: een bajonet die vergeleken wordt met ‘een schichtige zwaluw’ en ‘de vlekken zwarte melk die ‘samensmelten met de modderige nacht’.

Ignace Schretlen weet en durft beelden te kiezen die de lezer tot nadenken dwingen.
Niet iedereen zal overal begrijpen wat hij bedoelt, maar dat is in deze gedichten m.i. niet bepalend voor de waarde van het werk.
Het enjambement lijkt bepaald door de lengte van de regels. Als dit wordt losgelaten, is het mogelijk de storende komma’s weg te laten.

Al bij al heel veelbelovend werk.
 

Maart 2010, Elma Lindenbergh - van Wuijckhuijse

Beoordeling Gedichten - Ignace Schretlen door Elma Lindenbergh

Homepage  Poëziewedstrijd  Poëziewedstrijd 2009  Ignace Schretlen  Beoordeling Lindenbergh