IJstijd
Verbannen naar de tegenpool van mijn gevoel snijden schaatsen ijle lijnen in het ijs.
Bevroren adem weeft een baard op koude wangen.
In de verte een muur van schotsen rondom het laatste baken.
Onder het ijs zwart water; bijna thuis.
Verlies
Er is geen foto die laat zien hoe jij nu bent. Geen landkaart, waarop ik jouw huidige verblijfplaats aan kan wijzen. Er is alleen herinnering, waar ik naar toe kan reizen, terwijl ik weet dat ik je daar niet vind. Zo sta ik in de tussenwereld Van het heden, met achter mij, jouw onvoltooid verleden en ver vooruit, mijn toekomst, die zich achter alle tijd bevindt.
Heimwee
Niemandsland tussen twee werelden. Wonend in het wit tussen de woorden. Ongedachte, onvertaalde leegte. Ruimte biedend aan wat bijna is. Aan nog niet gevoeld gemis. Aan het nog onbestemde.
|