Susan zet haar vriend samen met zijn in vuilniszakken bijeen gepropte spullen op straat, omdat hij jarenlang op haar kosten heeft geleefd en haar hierdoor in de schulden heeft gewerkt. Om van die schulden af te komen, gaat ze tijdelijk voor de beroemde bacterioloog Vincente in Afrika werken. Op het kampement daar leert zij collega Wouter kennen, die ‘iets gevaarlijks aantrekkelijks over zich’ heeft. Op zijn geflirt reageert zij niet afwijzend. Maar tot een amoureus avontuur kan het niet komen: hij springt in het water en komt niet meer boven. Maanden later ziet ze hem in Rome op een terras in gesprek met een paar Aziaten. Hij overhandigt hen een koffer met daarin waarschijnlijk de door hem gestolen resultaten van het in Afrika verrichte bacteriologisch onderzoek. Tussen Susan en Wouter komt het tot een confrontatie.
‘Die hete zomer in Afrika’ is een vlot geschreven verhaal met regelmatig een flash forward, waardoor die vlotheid alleen maar toeneemt. In positieve zin. Die vlotheid komt ook door de dialogen, die heel natuurlijk zijn. Vooral de eerste dialoogzinnen maken nieuwsgierig: Waar hebben ze het over? Daarna blijf je doorlezen, tot en met de laatste regel. Spannend!
Er staat geen woord te veel in dit verhaal, eerder iets te weinig, en wel op twee punten. Waarom wilde Wouter, terwijl alle andere collega’s voor de hitte vluchtten, dat zij met hem op het kampement achterbleef? Toch niet alleen maar om haar getuige te laten zijn van zijn verdwijning en hem als vermist op te laten geven? Bij de confrontatie op het terras in Rome zou dit nader uitgewerkt kunnen worden, bijvoorbeeld door Wouter te laten opmerken: ‘Ik had gehoopt dat je me na zou springen en dat je daarna ook wel bereid zou zijn om met mij te verdwijnen. Je voelde toch iets voor mij? Maar het duurde allemaal zó lang, dat ik niet meer op je heb gewacht. Ik had je rijk kunnen maken, weet je? Maar nu blijk je dus ook nog eens aan die zogenaamde goede kant te staan.’
Meer woorden zie ik ook graag vanaf het moment van de achtervolging. Daar vind ik het hier en daar veel te vlug gaan. Een korte beschrijving van de prachtige inrichting van het huis van de bacterioloog, en pas dan de achtervolger op de stoep: dat maakt het verhaal nog spannender. Door kleine interieurtoevoegingen kan ook de steelpan waarmee de achtervolger knock-out wordt geslagen, een plaats krijgen, want die komt nu echt uit de lucht vallen.
Verder vind ik het erg toevallig dat de taxichauffeur die Susan helpt te vluchten, de buurman van de bacterioloog blijkt te zijn. Maar goed, ik zou niet weten hoe daar een acceptabele draai aan te geven, dus hebben we deze toevalligheid als lezer maar te accepteren.
Al met al een vlot geschreven en spannend verhaal, waarin alle elementen met elkaar zijn verbonden. Zelf de extra aandacht die Annemarie Enters in het begin van het verhaal aan de vriendin van Susan geeft, blijkt een functie te hebben. Die vriendin speelt aan het eind een belangrijke rol in de verzoening tussen Susan en de man die ze aan het begin van het verhaal de bons gegeven heeft Een juweeltje.
Juli 2017, Henk Rouw, auteur onder het pseudoniem Eric Steiner & Co
|