|
|
Arnhem, 4 januari 2009
Mijn eerste jaar als Woordenstroombeoordelaar zit er met deze beoordelingen op. Het niveau van deze zes verhalen vond ik over het algemeen verrassend hoog. Zonder uitzondering zijn deze zes verhalen geschreven door mensen die weten hoe ze een verhaal moeten schrijven. Een paar keer begon een verhaal erg goed waarna het me op het einde toch wat teleurstelde, een paar verhalen vond ik zo goed dat ik diep na moest denken om nog iets waardevols aan toe te kunnen voegen en één verhaal vond ik perfect. Wat een perfect verhaal perfect maakt is moeilijk te zeggen. Misschien is het goed om eens wat achtergronden van mijn beoordelingsstrategie toe te lichten. Ik hanteer geen vaste criteria voor een kort verhaal. Er zijn natuurlijk vaste dingen als: opbouw van het personage, verhaalverloop, spanningsopbouw, verrassingen, toon, sfeer, beeldspraak etc. , maar al deze elementen hoeven niet allemaal in een kort verhaal te zitten. Meestal lees ik het verhaal de eerste keer zo onbevangen mogelijk, dus zonder aantekeningen te maken of te lang ergens bij stil te staan. Daarna lees ik het nogmaals met al wat aandachtspunten in mijn achterhoofd en noteer ik de kernpunten die mij het meest raken voor de beoordeling. Vervolgens schrijf ik ongenuanceerd wat ik van het verhaal vind waarna ik het minstens een dag laat liggen om het daarna wat genuanceerder uit te diepen. Ik doe dit om mij niet te laten leiden door de waan van de dag in de hoop zo objectief mogelijk te zijn.
De beoordelingen:
Zoetzure appeltjes / Barbara Joy (11) Het verhaal van een vrouw die misbruikt is als kind. Het flitst heen en weer van het heden naar het verleden. De eerste scene is prachtig. Je voelt bij elke handeling of bij elke dialoogzin dat de spanning oploopt, wat alleen maar kan leidden tot iets wat fout afloopt. Hier wordt met het hakblok en de bijl ook erg treffende symboliek gebruikt, het is bijna jammer dat ze later ook expliciet een functie krijgen. Wat ik ook goed vind is dat de schrijfster af en toe heel even de tijd neemt om stil te staan bij ogenschijnlijk onbeduidende dingen zoals het stervensproces van een kip. Dat maakt het verhaal wat meer invoelbaar. Het verhaal blijft van een constant hoog niveau tot het punt dat de hoofdpersoon Johnny, degene die haar vroeger seksueel misbruikt heeft, meelokt naar haar huis om hem eens een lesje te leren. Het verval in het verhaal wordt ingeluid met de zin: Waar het vandaan komt weet ik niet, maar ineens komt er een plan bij me op dat met de seconde reëler wordt. Deze zin hoeft er niet in, dat had ik als lezer allang in de gaten. Ik vind het een erg sterk gegeven dat de hoofdpersoon Johnny rechtsreeks met zijn daden confronteert, maar dat maakt het weer ongeloofwaardiger dat Johnny de uitnodiging om wat te gaan drinken ook accepteert, vooral ook omdat er ook nog sprake is van een echtgenoot. Ook bij de apotheose had ik zo mijn bedenkingen. Het komt wel erg geënsceneerd over. Iedereen doet wel precies wat de hoofdpersoon maar vooral ook de schrijfster wil en het gebungel aan een boomtak van Johnny doet wat kolderiek aan wat niet zo past bij de ingetogen stijl van het eerste gedeelte. Wel vind ik het sterk dat Johnny bijvoorbeeld niet vermoord en in stukken gesneden wordt, maar dat de hoofdpersoon haar waardigheid behoudt en er ook letterlijk boven blijft staan. Zoetzure appeltjes vind ik ondanks mijn punten van kritiek toch een sterk verhaal.
Glad water / Margareta Keijser (6) In dit verhaal leefde ik vanaf de eerste regels al direct met Zoey mee. Zoals ze daar zo nietsvermoedend over de camping huppelde, dat kon alleen maar verkeerd gaan. Bovendien gebruikt de schrijfster prachtige taal en beeldspraak door het hele verhaal heen zoals de lucht die in het water was gevallen. Ik heb ze niet op een ongelukkig gekozen metafoor kunnen betrappen. De dreiging wordt op een subtiele manier van nietsvermoedend tot shockerend steeds verder opgebouwd en liet me niet meer los net zolang totdat Zoey onder water verdween. Even vond ik het wel erg toevallig dat Anais juist op dat moment aan Zoey dacht, maar bij tweelingen schijnt dat te kunnen, bij gewone mensen ook trouwens, maar het feit dat het een tweeling is maakt het wat aannemelijker. Glad water blijft boeiend van begin tot het einde waar ik een te expliciet einde aan voelde komen, maar verrast werd door de originele wending. Heb ik dan helemaal niets toe te voegen of een puntje van kritiek op dit verhaal? Nee, prachtig verhaal, niets aan veranderen.
Chaos in mijn hoofd / Rijk Arends (3) Een heftig stuk proza is misschien de beste omschrijving voor dit verhaal dat eigenlijk geen verhaal is maar een beschrijving van een paar uur uit het leven van een schooljongetje met een erg chaotische gedachtegang. Het begint waar het begint en het eindigt waar het eindigt maar dat had ook net zo goed een paar pagina’s of een paar uur later kunnen zijn. Ik vind het eerder een fragment uit een roman dan een verhaal. Dit wil niet zeggen dat het ook slecht geschreven is maar ik mis wat motieven die mij duidelijk maken waarom dit verhaal geschreven is. Het is geschreven in de vorm van een monoloog. Er komen wel andere personages in voor die tegen de hoofdpersoon praten maar het zijn meer kreten die vanuit de achtergrond zijn hoofd binnendringen. Er ontstaat meestal geen echte dialogen, behalve de korte dialoog met de moeder. De hoofdpersoon heeft last van chaos in zijn hoofd, hij heeft daarvoor pillen die hij te laat heeft ingenomen. Hij neemt ze alsnog in en valt in slaap en wordt wakker doordat de leraar hem aan zijn arm trekt en nog steeds boos op hem is. Een strenge autoritaire leraar die ernstig aan zijn pensioen toe lijkt te zijn. Aan zijn opvoedkundige methodes en de naamgeving (meester Brood en juf Haverkort) lijkt het verhaal zich ergens in de jaren zeventig af te spelen, maar concrete aanwijzingen daarvoor staan er niet in. De schrijver is helemaal in het hoofd van zijn personage gekropen en heeft dit op een goede overtuigende manier gedaan. Het is associatief en springt van de hak op de tak maar het is desondanks toch goed te volgen en het leest lekker. Mede daardoor vind ik het jammer dat het verhaal zo anekdotisch is gebleven. Ik had best meer van Jan van Dieren willen weten.
Bergwandelen / Anita Lodewijks (verhaal niet beschikbaar) Bergwandelen is geschreven in een erg prettig leesbare stijl. Zo prettig dat je als lezer als het ware heen en weer gewiegd wordt en aan het einde van de tekst denkt; he, zijn we er al? En dat is prima maar het is geen verhaal wat bij mij zal blijven hangen. En dat komt niet door de stijl maar door wat verhaaltechnische zaken.
In Bergwandelen wordt het ontstaan van een liefde beschreven. Bij de hoofdpersoon dan, bij Turi, de man waar de hoofdpersoon op verliefd wordt, lijkt dat wel mee te vallen. Maar om die liefde zelf gaat het verhaal natuurlijk niet. Het verhaal gaat over de interne strijd van Loretta, die zichzelf moet overwinnen. Dit doet ze uiteindelijk in de laatste paar regels, maar de lezer is alleen getuige van het product – namelijk dat Loretta voor zichzelf kiest - niet van het proces wat hiertoe geleid heeft. Daarnaast maakt Loretta de indruk vaak de dupe te zijn van iets. Ze moet terug terwijl ze dat zelf niet wil, ze heeft haar vader op tragische wijze verloren, haar moeder was er niet voor haar op beslissende momenten en dan valt Turi ook nog eens van een berg. Daar kan Loretta zelf natuurlijk niets aan doen maar het maakt haar wat passief en dat maakt ook dat je als lezer minder met Loretta meeleeft. Dat er in de eerste alinea al erg expliciet vooruitgelopen wordt op het verdere verloop van het verhaal haalt ook veel verrassing uit het verhaal. Eerst staat er dat Loretta het het ergst vindt dat ze geen afscheid van Turi heeft kunnen nemen, vervolgens een foto en een krantenbericht met daaropvolgend de zin: O God, laat dit niet waar zijn. Je hoeft niet echt een briljant lezer te zijn om één en ander met elkaar in verband te brengen. Ook de slotzin vind ik te expliciet. Dat zij er niet voor Loretta was toen haar vader stierf blijkt wel uit de tekst.
Samengevat is het dus een prettig verhaal wat er sterker van zou worden als we wat meer inzicht zouden krijgen in de strijd die Loretta met zichzelf voert en er wat minder expliciet uitgelegd wordt.
Veilig verlangen? / Trenke Riksten (2) Veilig verlangen? is een verrassend, grappig verhaal met veel goed geschreven dialoogzinnen erin. Inhoudelijk vind ik het minder sterk. Het feit dat de hoofdpersoon tegen haar advocaat en tevens goede vriend wil vertellen dat ze sex heeft met haar hond om zo erachter te komen of ze strafbaar is vind ik erg ver gezocht. Dat de vriendschap tussen beiden hierdoor veranderd is vind ik ook niet logisch maar dat kan wel natuurlijk. Ik denk dat dit verhaal sterker kan worden door de motieven van de hoofdpersoon wat te veranderen. Het vertellen van dit verhaal moet een doel hebben; om een reactie uit te lokken bijvoorbeeld, of om de vriendschap juist te testen. De zin: ‘ Nou, je kent me, je moet niets tegen mij zeggen dat iets bluf is, dus ben ik het echt gaan proberen,’ vind ik wel erg expliciet. Maar verder moet ik hier niet teveel over gaan zeuren. Veilig verlangen? is gewoon een amusant stuk proza, en daar is een verhaal ook voor bedoeld. Lekker lezen, vermaak, het hoeft natuurlijk niet altijd moeilijk. En dan mag de hoofdpersoon gerust stroop op haar “geval” smeren om de hond Brutus zover te krijgen dat die eraan gaat likken. Ik moest echt schaterlachen om de zin: ‘Ik kan moeilijk, als hij daaronder bezig is, zeggen dat de hond daar ook al is geweest.’ En ook al is het inhoudelijk dan niet ijzersterk, zolang een verhaal mij, ook al is het maar één keer laat schaterlachen vind ik alles best, want humor in een verhaal verwerken is altijd lastig, dat kan alleen iemand die goed kan schrijven.
De wandelaar / Annelies Kraaiveld (2) Er is iets vreemds met dit verhaal. Het lijkt zich eerder in een droom af te spelen dan in de realiteit. Dat komt door de wat vreemde personages die erin voorkomen. En dan bedoel ik niet de hoofdpersoon Anja Westervoort en de man die bij haar in de in de lift zit, maar alle ander personages zoals de buschauffeur die niet reageert op een groet, een kaartjesverkoopster die minutenlang niet reageert, een knikkenbollende man die uiteindelijk zuchtend opstaat. En dan is er nog het kale berglandschap, de piepende cabine etc. Het lijkt in het begin alsof de hoofdpersoon de enige is die beweegt en dat alle andere personages pas wakker worden wanneer Anja hun pad kruist. Ik vind het oproepen van deze sfeer knap gedaan als de schrijfster dit ook bewust heeft gedaan. Wel merkte ik dat de drang om beeldend te willen schrijven soms doorslaat. Modderstroompjes in de groeven van een gezicht, witte wolken die in donkere schaduwen van een berghelling afglijden als kinderen die tikkertje spelen, ik vind dat allemaal nogal vergezocht en afleidend.
De lift doet het wel maar begeeft het regelmatig om even stil te hangen. Ondertussen ontspint zich een dreigende situatie met een man die Anja aan de ene kant dreigt te verkrachten en aan de andere kant lief en zorgzaam is. Anja weet ook niet goed wat ze hiermee aan moet. Ze is bang, maar lijkt ook een soort vaderlijke bescherming bij hem te zoeken. Het conflict in het verhaal lijkt een beetje op een versnelde versie van het Stockholmsyndroom, het principe dat er vaak een band ontstaat tussen gijzelaar en ontvoerder. Er hangt een constante dreiging in het verhaal zodat je als lezer bijna wacht op het moment waarop het fout zal gaan. Dat gebeurt niet, maar toch blijft het verhaal tot het einde toe boeien. Toch ben ik niet wild enthousiast over dit verhaal. De motieven van de man in de lift komen wel goed naar voren maar die van Anja blijven nogal onderbelicht en er is een open einde, wat het verhaal niet sterker maakt. Er klinkt een regelmatige kraak, daar kun je natuurlijk wel heel veel kanten mee op. Wat dat betreft past het einde ook bij een droom: een regelmatige kraak en Anja schrok wakker…
Als ik een winnaar zou mogen kiezen zou dat Glad water van Margareta Keijser zijn. Zonder twijfel en met afstand. Zoals ik eerder al zei was ik aangenaam verrast door het niveau van de meeste verhalen, ik hoop dat dit de komende editie van de verhalentopzoveel opnieuw zo zal zijn.
Gerard Klappers
|
|