Homepage  Stroomarchief  Verhalentop 2005  Beoordeling BSN

Elk jaar wordt uit de bijdragen voor de schriftelijke Woordenstroom een verhalentopzoveel samengesteld. 6 hoog geëindigde verhalen worden door Bureau Script Noordwijk beoordeeld. Hieronder de beoordelingen van 2005.

Bureau Script Noordwijk                 Uitgeverij Bellevue


Noordwijk, 28 december 2005


Beste schrijvers van Woordenstroom,

Wat is het probleem van de eigentijdse schrijver?
Het probleem van de eigentijdse schrijver is dat er al ontzaglijk veel verhalen verteld zijn. Over het eindeloze steekspel tussen man en vrouw, tussen moeder en dochter, tussen het superego en de rationele ‘ik’. De schrijver werkt voor lezers die weten welke emoties daarbij en rol spelen en die al honderden keren gezien hebben hoe die emoties worden verwoord: tranen wellen op, vuisten ballen zich, er komt een waas voor de ogen. Het personage probeert staande te blijven in een concrete situatie in het heden, en dan dringen zich hevige herinneringen op. Ja, weet de lezer: dat wordt weer moeilijk slikken en vuisten ballen. We maken wat mee.
De enige manier om te bereiken dat de gelouterde lezer zelf iets meemaakt als hij/zij zich in het verhaal verdiept, is suggestie: de auteur moet signalen geven die door de lezer worden opgepikt, en die lezer is dan geneigd, als de signalen intrigerend genoeg zijn, om er zelf van alles bij te denken en om zelf iets te ervaren van wat de verhaalfiguren doorstaan. Dan ‘werkt’ het – de emoties komen mee. Dat geldt niet helemaal voor de streekroman en de eenvoudigste vormen van de populaire romantiek (Harlequin Bouquet), want in die genres wordt de lezer(es) op een andere manier bespeeld. Wie zich aan het korte verhaal waagt, doet evenwel aan literatuur en dus niet aan standaardplots, standaard tegenstellingen en standaard de opgaande zon aan het eind. Voor de literaire schrijver is suggestie een must.
Dat kan ik wel beweren, maar de Woordenstroomkiezers hebben zich daar dit jaar geen bal van aangetrokken. Goed zo. In de uitverkoren verhalen worden de emoties met dikke plakken opgediend, en als slagroomtoefje zijn daar de gebalde vuisten en de wellende tranen. Akkoord, dit is matige beeldspraak en akkoord, rond de kerstdagen moeten we niet te tuttig doen over een beetje sentiment, Disney moet kunnen en op iedere zender is iedere avond Hugh Grant te zien, maar het valt deze redacteur zo op omdat de keuze in de voorgaande jaren gewoonlijk op verhalen viel waarin de suggestie niet zo kordaat buiten de deur was gezet.
Nu staat er wat er staat, in alle zes vertellingen. Emotie! Doffe pijn die aanzwelt en verstrikt zijn in het verdriet, en jongetjes die vroeger brandweerman wilden worden en met wie het dan heel anders is gelopen.
Maar er zijn best goede anekdotes bij, vooral in de twee verhalen van Joost Nillissen.


De mashgiach - Joost Nillissen (4)
Een kist voor Amos Warburg - Joost Nillissen (5)
De Hollander Peter Antonius maakt aan den lijve mee hoe ingewikkeld het leven in Israël kan zijn, in een gemeenschap die beheerst wordt door religieuze voorschriften. Antonius wil zich met een rationele aanpak wijden aan het bakken van brood en koekjes (De Mashgiach) en aan het verrichten van timmerwerk (Een kist voor Amos W) en dat leidt tot bizarre en hilarische conflictsituaties.

Het inzetten van een auctoriale (‘alwetende’) verteller versterkt het anekdotische karakter van de verhalen: er doen zich vreemde zaken voor en daarvan wordt verslag gedaan. De toon is die van de informatie met toelichting, niet die van de persoonlijke beleving: had Peter Antonius de kunst van het bakken redelijk onder de knie gekregen... Peter Antonius, die sinds zijn scheiding zeer weinig successen in de liefde had geboekt... Slava was die jaar geleden uit Rusland naar Israël was geëmigreerd ... Parve zijn producten waar melk noch vlees aan te pas komen... Het oordelen over situaties en personages wordt niet aan de lezer overgelaten: Ovadia was van nature achterdochtig... Hoewel Peter Antonius onmiskenbaar de hoofdpersoon is, wordt het vertelperspectief niet tot zijn ervaringen beperkt: als Ovadia zich naar de mixers begeeft (Mashgiach) staat er hij kreeg de indruk dat ze het over hem hadden en bij het duel met Asher lijkt de verteller zich in Asher te verplaatsen: Asher was even van zijn stuk gebracht ... Asher was in verlegenheid gebracht ....

Als de anekdote sterk genoeg is, is deze verteltechniek niet verkeerd, maar het doet vreemd aan als er plotseling zaken uit het privé-leven van Antonius opduiken die met de anekdote niets of weinig te maken hebben. In Mashgiach gaat het om een betrekkelijk korte passage (hongerwinter, la Donna è mobile, het schilderen van Dorothea), maar in Een kist voor Amos lijkt de auteur op twee gedachten te hinken, waardoor het verhaal wat onevenwichtig wordt. Enerzijds moet een alwetende verteller (Amos Warburg was een onverbiddelijk communist) de anekdote over de afmetingen van kist en graf overbrengen, en anderzijds lijkt dit een fragment te zijn uit een veel langer verhaal, over het leven van Peter Antonius, kennelijk een alter ego van de schrijver. Die twee intenties zitten elkaar in de weg, wat vooral blijkt uit de passage Amos nodigde zijn dochter uit voor een gesprek. Beiden beseften dat er nog maar weinig tijd restte voor het verwerken van het leed enzovoort, iets wat niet tot de beleving van Peter behoort. Een eind verderop ligt het perspectief plotseling bij Sarit, die tegen haar tranen vecht. De schrijver kiest helemaal geen perspectief – en de lezer dus ook niet. Die leeft niet mee met Amos, niet met Sarit, niet echt met Peter, die wordt alleen geïnformeerd. En daarbij beleeft een lezer van fictie te weinig. De motieven die met Peters leven samenhangen (therapie, Dorothea, het schilderen), en die alleen functioneren als het verhaal gaat over de ontwikkeling van Peter, dragen, in het verhaal zoals het er nu staat, volgens mij niet bij tot het leesplezier, want voor ons lezers is er geen samenhang met ‘kist en graf’.

Ik zou de auteur dan ook willen adviseren zijn roman of novelle over Antonius in Israël zuiver ‘personaal’ te vertellen, dat wil zeggen alleen mee te delen wat binnen de beleving van de hoofdpersoon valt. De kwaliteit van de anekdotes wordt daardoor niet aangetast.


Verborgen rituelen - Barbara Joy (7)
Er zit veel meer leven in de hoofdpersoon van Verborgen rituelen, wat al blijkt uit het goede begin. Geworstel met een onwillige schroef in de plint, bandana om de buik – om die details gaat het. Het begint veelbelovend, maar dit verhaal – niet boos worden, beste schrijvers – is echt veel te lang.

Zoals ik het zie zijn daar drie oorzalen voor aan te wijzen. In de eerste plaats wordt alle relevante informatie al gegeven in de eerste alinea’s: ik-verteller is in verwachting van Rob, Rob is er niet, de geboorte zal over drie maanden plaats hebben. Even verderop horen we van ex-vriendin Katja dat Rob voor de trein gesprongen is. Daarmee is het verhaal eigenlijk al verteld, want er doet zich nauwelijks nog een ontwikkeling voor, niet in de hoofdpersoon en niet tussen haar en de andere personages (moeder, Katja).

En daarmee hangt het tweede manco samen: van interactie tussen de personages is bijna geen sprake. Moeder en dochter wisselen vriendelijkheden uit (Zullen we onszelf dan ook maar verwennen? etc), Katja mag een keer boos de voor de hand liggende beschuldiging roepen, en in de flash-back wordt tussen Rob en Angela alleen gezegd wat passend is bij het moment.

Wat de auteur dan wel móet doen, is bladzijdenlang de toon volhouden van In stilte schreeuw ik om zijn nabijheid, maar ik kan niets uitbrengen, kon ik maar huilen. Dat is een onmogelijke opgave, voor elke prozaschrijver. Geen verrassingen meer, geen verandering van positie of gezichtspunt, geen duel – alleen maar de sombere lyriek, terwijl zich boven de zee donkere onweerskoppen samenpakken. Lyriek is iets voor een paar regels, voor een halve pagina, want dan kunnen de clichés nog wel buiten de deur gehouden worden. Dat lukt hier niet en dat is het derde probleem. De ik-figuur blijft als versteend staan, het voelt alsof de grond onder me wegzakt en als de emoties expliciet worden beschreven gebeurt dat met formuleringen als ik kan niet eens bevatten dat hij er niet meer is; ik weet dat hij dood is maar ik voel het niet; er is alleen die constante, doffe pijn en Rob wordt aangesproken met Wat ging er in je om, dat laatste moment? Was je bang of zo wanhopig dat je naar het einde verlangde? Het uitvoerig uitschrijven van alle emotionele nuances, in zinnen die we allemaal zouden kunnen gebruiken, over snikken die diep vanuit ons komen en zo, is een vertelwijze die in het literaire verhaal altijd vermeden moet worden. Clichés kunnen functioneel zijn in andere genres, maar die verhalen moeten het hebben van heel andere kwaliteiten.


Survival - Barbara Joy (8)
Survival is een vaardig opgezette constructie. De hoofdpersoon is getraumatiseerd door iets in het verleden, iets waaraan hij een sterk schuldgevoel heeft overgehouden, en hij doet in het ‘heden’ een ervaring op die het trauma weer oproept, waardoor het ook overwonnen kan worden. Voorafgaand aan de louterende catastrofe wordt zijn onzekerheid getoond door zijn observaties af te wisselen met wensdromen (ze zullen versteld staan als ze zien hoe beheerst dit onopvallende leraartje Frans in actie komt; Dan zou ze ademloos luisteren ... ). De methode die overtuigend is toegepast in The secret life of Walter Mitty, van James Thurber, en natuurlijk in het onvolprezen prachtboek Kees de Jongen. Tja – alle verhalen zijn eigenlijk al verteld.

Op het gevaar af dat alle Woordenstroomschrijvers mij iets verschrikkelijks gaan toewensen voor 2006, werp ik hier de stelling op dat de methode in Survival niet werkt. We komen niet boven de constructie uit, omdat de auteur niet echt in haar hoofdpersoon zit. De ik-verteller blijft een geval, hij wil maar geen personage worden. Geen van zijn zorgelijke observaties en overwegingen is persoonlijk: Kon ik dat ook maar zeggen ... Brandweerman zou ik worden. Eentje die voor niks of niemand bang was... Papa die hem naspringt... Ik kruip nog dieper in mijn slaapzak .... Alles wat de man denkt, past in de constructie, tot en met de katharsis: Ik kon er niets aan doen. Het was mijn schuld niet. En dan zijn daar de armen van Ineke. Hier is niets echt verkeerd, maar er zou meer moeten zijn dan het mechanisme – en volgens mij is dat ‘meer’ er niet. Barbara heeft het opzetje verzonnen maar er zit nog geen splinter van de auteur in haar kleurloze held, waag ik te veronderstellen. De Walter Mitty- vertelwijze is ook pas meeslepend als het personage zich verliest in heel concrete fantasieën, die indringend contrasteren met het zeer concrete ‘heden’. Deze ik-figuur fantaseert in algemeenheden : ze zullen versteld staan, als hij in actie komt.

Constructie of niet, het slot is goed.


Familieberichten - Margareta Keijser (2)
Ook Margareta heeft deelgenomen aan het Woordenstroomcomplot van 2005: weg met de suggestie. En suggestie had het zo goed gedaan in Familieberichten.

De inzoomende auctoriale verteller in het begin is wel functioneel: hij zet het decor op, plaatst ‘een ouder echtpaar’ daarin, en verplaatst zich dan in het vrouwelijke personage, dat daardoor meteen de hoofdpersoon wordt. Het is een kwestie van smaak of men door zo’n ouderwetsige vertelstem de wereld van het verhaal binnengevoerd wenst te worden, of dat men meer gegrepen wordt door de meer eigentijdse aanpak, waarbij we meteen ‘in de hoofdpersoon zitten’. Met ‘fout’ of ‘goed’ heeft dat niets te maken. Dat geldt ook voor de eenvoudige plot, die best goed is voor een kort verhaal.

De meest voor de hand liggende aanpak is de afwisseling van fragmenten ‘heden’ met flash-backs ‘Johan’, waarbij het best verschillende tijden kunnen worden gebruikt. Het heeft bijvoorbeeld een speciaal effect als juist de flash-backs in de tegenwoordige tijd gezet worden, terwijl het heden gepresenteerd wordt met Haar loep ging van boven naar beneden enzovoort. Alles in de tegenwoordige tijd en de scheiding met witregels kan natuurlijk ook. Maar wat niet zo goed is, is dat de flash-backs nadrukkelijk worden aangekondigd: waar herinneringen de letters verdringen; Ze wil niet terugdenken aan de tijd van ... Maar de gedachten zijn niet te stuiten; Haar gedachten duiken opnieuw terug in de tijd en zoeken naar hoe het is begonnen; En toch is daar weer die vreselijke nacht. De lezer wordt hier bij het handje genomen, wat de hele tekst een uitleggerig karakter geeft. Lezer, staat er min of meer, deze oude vrouw raakt van streek want na het lezen van het overlijdensbericht dringen zich hevige herinneringen op. Dat had die lezer zelf ook wel bedacht, als de schrijfster alle handreikingen achterwege had gelaten en voor die lezer was er dan iets te ontdekken geweest. Suggestie! En een meer intense leeservaring.

In plaats van de verwijzingen naar de herinneringen had er wel iets meer interactie tussen de vrouw en de man mogen zijn. Die komt nu laat op gang (wat hij zegt is overigens wel mooi suggestief) en met de slotzinnen wordt ons een feel-good stemming opgedrongen, waar de literatuurlezer in het algemeen niet zo van gediend is. De laatste zin kan naar mijn gevoel beter geschrapt worden.


Pannenkoek met stroop - Margareta Keijser (3)
Geen interactie – dat kan onmogelijk van Pannenkoek met stroop gezegd worden. Mooi duel tussen moeder Heleen en dochter Jesca, en een heel effectieve perspectiefwisseling. Beide figuren worden goed getypeerd in hun manier van denken en reageren en er gebeurt ook nog voldoende. Deze inzending dreigde dus het favoriete verhaal van Bureau Script Noordwijk te worden – maar toen kwam het slot. Uw redacteur heeft het nu toch al bij alle inzenders en kiezer bedorven, dus dit kan er ook nog wel bij: het slot is niet goed.
 
Het duel wordt m.i. niet overtuigend afgerond als de laatste zet van Jesca uitsluitend uit clichématige algemeenheden bestaat: natuurlijk denkt ze wat daar staat, het is in haar situatie bijna niet mogelijk er andere gedachten op na te houden. Jesca was toch al een beetje stereotiep als puber, met haar eigenlijk best cool, vet shit, en met deze vragenlijst is ze helemaal wat meelevende ouders denken dat pubers wel moeten voelen. Ze willen natuurlijk dat er van hen Gehouden wordt, daarom doen ze zo. Met een dergelijke constructie wordt met terugwerkende kracht ook het begin aangetast: alles is het opzetje van een begrijpende ouder, die de reële controverse uit de weg denkt te kunnen gaan door stroop op de pannenkoeken te doen. Met die onwijs coole en vetgave strategie wordt er een hallelujakoor opgevoerd terwijl de arme Jes niets terug kan doen; alles wat zij ervaart wordt zo teruggebracht tot een pijntje waar moeder wel een pleistertje voor heeft. Zo werkt het niet en daar komt moeder morgen wel achter. Maar de lezer is door deze afronding aan moeders analyse overgeleverd. Anders gezegd: de auteur kiest te duidelijk partij, en dat zou aan de lezer overgelaten moeten worden.


De virtuele BSN-trofee gaat deze keer naar De Mashgiach van Joost Nillissen, omdat in dit verhaal bedoeling en resultaat het dichtst bij elkaar liggen. Er moest een goede anekdote verteld worden, dat is gebeurd en dat heeft een plezierig verhaal opgeleverd over bijzondere toestanden.
Zijn twee concurrenten hebben al meer dan eens aangetoond heel goede literaire verhalen te kunnen schrijven en dat gaan ze ongetwijfeld in 2006 nog eens demonstreren. Voor het zover is: een heel inspirerende jaarwisseling!

Hans ter Mors

Elk jaar wordt uit de bijdragen voor de schriftelijke Woordenstroom een verhalentopzoveel samengesteld. 6 hoog geëindigde verhalen worden door Bureau Script Noordwijk beoordeeld. Hierboven de beoordelingen van 2005.

Homepage  Stroomarchief  Verhalentop 2005  Beoordeling BSN